Unit 1 bestaat uit 4 basisgroepen. Elke groep heeft een eigen dagritme. De afspraken en rituelen zoals opruimen, rustig door de school wandelen, fruit eten en verjaardag vieren zijn in alle groepen hetzelfde. Dit geldt ook voor het thema waar de kinderen aan werken en mee spelen.
De dag begint met de inloop. Van 08.15 uur tot 08.25 uur brengen de ouders hun kind in de groep. Nog even iets laten zien wat de dag ervoor gemaakt is of samen een boekje lezen, een spelletje spelen of kiezen op het kiesbord. De inloop zorgt ervoor dat de overgang van thuis naar school soepel verloopt.
Spelenderwijs ontwikkelen de kinderen zich. Tijdens het spelen en werken begeleiden en observeren de leerkrachten de kinderen bij hun spel. Spelen is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Door spel worden de motoriek, zintuigen, cognitie en sociale omgang bevorderd. Het belang van spelen is daarom groot.
Naast het spelen is ook de kring belangrijk voor de ontwikkeling. Kinderen leren naar elkaar te luisteren, oog te hebben voor elkaar en vorm te geven aan hun taal. De activiteiten die plaats vinden in de kring zijn onder andere de instructies, het dagritme doornemen, fruit eten, het Bijbelverhaal vertellen, versjes opzeggen, liedjes zingen, verjaardagen vieren en de taal- en rekenactiviteiten worden hier aangeboden. De taal- en rekenactiviteiten worden vooral bewegend uitgevoerd. Actief en betrokken leren vinden wij erg belangrijk.
Het bewegingsonderwijs van de groepen 2/3 vindt, onder leiding van een vakdocent, plaats in de gymzaal. De groepen 1 gaan naar het speellokaal en krijgen daar hun bewegingslessen. Twee keer per week hebben alle groepen een zogeheten motorlab. Hierin vinden activiteiten plaats die specifiek gericht zijn op het ontwikkelen van motorische vaardigheden. Daarnaast spelen we iedere dag buiten. We vinden het buitenspelen belangrijk. De kinderen komen in contact met de natuur en weerselementen, we oefenen de sociale vaardigheden en het stimuleert de behendigheid.